Kunstlift
juni 2021Museum boijmans staat voor een flinke opgave. Niet alleen om het gebouw asbestvrij (veilig) en toekomst (toerisme) bestendig te maken maar een volgend dilemma heeft zich aangediend; hoe komen exposities van andere wereldberoemde musea de gerenoveerde zalen in?
Nadat we het fraaie ontwerp van Francien Houben hebben kunnen aanschouwen is er nu een structuurvisie gemaakt waarin een aantal opties voor de logistiek de revue passeren. De voorgestelde ideeën vragen om ingrijpende (extra) bouwwerkzaamheden (een doorgang dwars door een aantal monumentale villa’s aan de westersingel) al of niet in combinatie met flinke hoeveelheden grondverzet (een tunnel door de Rozentuin).
Er is over een aantal opties goed en lang nagedacht en binnenkort moet er, met niet mis te verstane verantwoordelijkheid, een besluit genomen worden. Welke van de aangedragen oplossingen kan van een meerderheid van de gemeenteraad goedkeuring wegdragen?
Van belang daarbij is welke optie de kans om de benodigde extra financiële impulsen van potentiële geldschieters binnen te slepen het meest vergroot. Dat externe financiering nodig is lijkt vast te staan. Ook Rotterdamse zakken hebben een bodem.
Ik dacht na over deze kwestie en gooi graag deze optie in de lucht. Maak een kabelbaan vanaf de Westersingel waarmee in twee grote gondels zowel de kunst als de bezoekers óver het GJ de Jongh-monument en de rozentuin zoeven, zo húp het museum in. Het scheelt de aankoop van veel kostbare grond, lastige manoeuvres voor vrachtwagenchauffeurs en overlast voor revaliderende bewoners van Rijndam.
De kortste kabelbaan ter wereld midden in de stad, waarmee de kunst boven de hoofden van het verpozend publiek in het park, zwevend een tijdelijke bestemming voor zijn reis vindt. Om die reis een paar maanden later weer te vervolgen.
In afwachting van het gebruik van geavanceerde drones is een cabinelift een mooie tijdelijke oplossing voor het binnen loodsen van kunst en één die ook in de toekomst bruikbaar blijft. Een ‘Eyecatcher’; duurzaam, elegant, nagenoeg geruisloos en een unieke entree tot het museum.
Museum Boijmans krijgt daarmee als bonus ook nog eens een extra ingang: aan de Zuidzijde. De windrichting die al decennia de nodige hoofdpijnen op de Coolsingel veroorzaakt. Met de komst van de Zalmhaventoren en meer geplande torenbouw ietwat verderop, in de Rijnhaven, wordt de blik op Zuid vergroot. Mensen die vanuit Noordelijke richting het museum willen bezoeken zullen, om dit spektakel mee te kunnen maken, gretig gebruik maken van het hernieuwde Museumpark en de rozentuin. Een mes dat dus aan twee kanten snijdt.
Ik zie meer voordelen. Waarvan de belangrijkste misschien wel is dat de aanleg ervan, vermoed ik, voordeliger is dan het maken van een tunnel, welke optie nu de voorkeur lijkt te hebben. Ik kwam een voorbeeld tegen van een schatting dat de aanleg van een complete skilift in Alpinistisch hooggebergte zo’n 14 miljoen zou kosten, en dat met de inzet van vele, en dure, helikoptervluchten. De afstand westzeedijk-Boijmans is pak ‘m beet 350 meter? Twee of drie (houten?) liftmasten zouden dan moeten volstaan.
Een ‘loading dock’ op de Westzeedijk zorgt met een forse lift voor toegang tot de cabine. Zo legt het publiek dezelfde weg af als de kunst en komt daarmee op dezelfde hoogte. En voor die enkele keren dat er een keer een heel groot werk het museum in moet, gaat dat op de vertrouwde, gangbare manier.